“Elk mens heeft bezit in zijn eigen persoon. Daarop heeft niemand anders dan hijzelf enig recht.” (1689)
Locke legde het fundament voor de opvatting dat ieder mens natuurlijke rechten heeft. Dat is een andere opvatting dan tot die tijd vanzelfsprekend was, namelijk dat de vorst door God gezonden is en deze mag bepalen wat er gebeuren moet. Iedereen moet daaraan gehoorzamen. Het individu komt door Locke meer in het centrum van de wereld te staan. Hij bouwde voort op de beweging die door Descartes was ingezet.
Ook is Locke een belangrijke vertegenwoordiger van het idee van een sociaal contract, waarmee de rechtvaardiging voor wetten komt van collectieve instemming. Dit is de basis van democratie. Leven, vrijheid en bezit zijn volgens Locke natuurlijke, onvervreemdbare rechten van ieder mens. Locke wordt daarmee ook gezien als aartsvader van het liberalisme. Dit alles komt samen in het citaat op de tegel: ieder mens heeft zeggenschap over zijn eigen leven en zijn eigen persoon.
Locke vluchtte naar Amsterdam omdat hij in Engeland gezocht werd vanwege zijn steun aan de verkeerde partij. Maar ook in Nederland moest hij oppassen; daarom dook hij onder. We weten alleen dat hij waarschijnlijk op de Damstraat woonde, maar we weten niet precies waar. Daarom ligt zijn tegel op de brug.