“Men moet menselijke handelingen niet bespotten, niet betreuren, niet veroordelen, maar begrijpen.” (1677)
Het citaat (enigszins vrij vertaald, zie onder de originele tekst) toont dat Spinoza de mensheid zag als onderdeel van het geheel van de natuur. Zoals objecten oorzaken hebben, zo heeft ook menselijk gedrag oorzaken. Deze oorzaken eerst begrijpen, levert meer op dan het gedrag meteen te veroordelen, te bespotten of te betreuren. Ook je eigen gedrag kan je zo benaderen. Als je de oorzaken voor je gedrag begrijpt, kan je het makkelijker accepteren. ‘Er is wel vrijheid, maar die krijg je pas doordat je de noodzakelijkheid van alles inziet,’ zoals Jan Knol het zegt. Dat betekent niet dat alles toegestaan is volgens Spinoza. De staat en de wetten van de staat staan boven het individu; deze waarborgt de veiligheid van de burgers binnen de staat. De macht van de staat kan nooit aan een individu toevertrouwd worden: deze zal dit misbruiken. Daarom was Spinoza een voorstander van democratie.
‘… ik heb mij beijverd het menselijk handelen niet te bespotten, niet te betreuren, noch te verwensen, maar te begrijpen,…’